Interviews - Mathijs Deen

NBD Biblion Gouden Strop 2023: De genomineerden aan het woord

1. Kun je kort vertellen waar je boek over gaat?
Het boek gaat over bevriende wadlopers uit Duitsland, die in navolging van Nederlandse pioniers een poging doen om van het Duitse vasteland naar Borkum te lopen. Een van de wadlopers overleeft het niet. Hij spoelt aan op een zandbank in de Eemsmonding. De zandbank bevindt zich in betwist grensgebied. De Nederlandse marechaussee vindt het lijk, en neemt het mee naar Delfzijl. De Duitse Bundespolizei See wil dat het lijk wordt overgedragen, maar de Nederlanders weigeren. Tegen de achtergrond van dit internationale conflict tussen politiediensten met onderling sterk afwijkende culturen, stuurt de tweede man van Bundespolizei See in Cuxhaven Liewe Cupido naar Delfzijl om de zaak in stilte te onderzoeken. Liewe, zoon van een Texelse visser en een Duitse marien biologe, is in Duitsland geboren maar op Texel opgegroeid. Vanwege zijn sterk Nederlandse accent noemen zijn collega’s hem De Hollander.
Het is een boek over grenzen, over vriendschap en concurrentie, over natuur en mensen, over solidariteit en verraad.

 

2. Waarom koos je dit onderwerp/thema?
Ik heb het grensgebied van de Waddenzee gekozen omdat ik het boek op uitnodiging van een Duitse uitgever heb geschreven, een uitgeverij in Hamburg (Mare Verlag) die alleen boeken uitgeeft die zich op of aan zee afspelen.
Het Wad is bovendien voor mij vertrouwd terrein. En bovendien is de Waddenzee een ideaal plaats delict, omdat het tij ieder etmaal alles sporen uitwist.
Grenzen interesseren me, ik ben in de buurt van de grens opgegroeid. Tegen de achtergrond van de wildernis van het Wad, waar grenzen voortdurend in beweging zijn, komen cultuurverschillen tussen buren in een relativerend licht te staan. De kleine mens in de grote natuur. Het is een romantische notie, die nog steeds sterk werkt.

 

3. Hoe lang heb je aan het boek gewerkt?
Het boek is in een half jaar geschreven. Het was de periode van de lockdowns. Ik had alle tijd.

 

4. Welke Nederlandse schrijver(s) is/zijn een inspiratiebron voor je?
Ik ben op uitnodiging maar met zekere huiver, het voor mij enigszins onbekende terrein van de misdaadroman binnen gewandeld. Ik heb ooit wel aan aantal boeken van Simenon gelezen, omdat mijn vader die in de kast had staan. De laatste jaren las ik veel Indridason voor, als luisterboek. Daar heb ik wel een paar dingen van opgestoken. Verder heb ik in de loop van de tijd allerlei boeken gelezen die me hebben beïnvloed, maar bijna uitsluitend buiten het misdaadgenre. Ik ben dus nieuw in het genre, maar voor mij voelt het werken aan de boeken over Liewe Cupido niet bijster anders dan het schrijven van boeken waarin niemand de wet overtreedt, of een misdrijf wil oplossen.

 

5.Wat hoop je dat het winnen van de NBD Biblion Gouden Strop betekent voor jouw boek en voor jou persoonlijk?
Dat ik genomineerd ben voor de Gouden Strop voelt alsof ik in de wereld van Alice in Wonderland ben getuimeld. De vraag uit Duitsland een Krimi te schrijven kwam als een verrassing, het succes dat de Hollander en de opvolger de Duiker hebben geboekt als een droom. Zou er een Gouden Strop op de koop toe aan worden toegekend, dan wordt het hoog tijd om weer eens, net als vroeger, aan iets hogers te geloven, een soort goedaardig wezen die het beste met de mensheid voorheeft.