Lex Noteboom

Foto: Nathalie Dekker

 

Waar gaat je boek over?
Michelle staat op het punt om met haar man Daniel en hun gezin op vakantie te gaan, als ze een verontrustend bericht krijgen: Daniels broer Vigo is verongelukt. Daniel Lechkov is geboren in de voormalige Sovjetstaat Kazichië, waar zijn familie al jaren de absolute macht heeft. Vigo Lechkov was de president van het land en er wordt een grote begrafenis georganiseerd, waar Michelle en Daniel worden verwacht. Halsoverkop vertrek het gezin naar Kazichië.
Het plan is om na de begrafenis meteen weer naar huis te gaan, maar al snel wordt duidelijk dat de familie Lechkov Daniel op de troon wil hebben. Michelle schrikt hiervan en wil zo snel mogelijk terug naar huis. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Want als er door Vigo’s dood een machtsvacuüm lijkt te ontstaan, staat er een mysterieuze rebellenleider op in het oosten van het land. Er worden aanslagen gepleegd en er dreigt een burgeroorlog los te barsten. Niemand weet wie de rebellenleider is of hoe hij aan zijn middelen komt, hij staat alleen bekend als: de man met duizend gezichten.

 

Waarom koos je voor dit onderwerp/thema?
Ik las een artikel over Bashar al-Assad, waarin stond dat hij in Londen woonde en studeerde om oogarts te worden voordat hij president van Syrië werd. Toen zijn broer plotseling doodging werd hij teruggeroepen door zijn familie en moest hij de troon overnemen. Dat leek me een fascinerende karakterontwikkeling voor een boek. Want Assad stond heel dicht bij ‘ons’ westerlingen: hij woonde in een stad die ik ken en streefde een leven na waar ik me goed toe kan verhouden. Maar dan moet hij zich melden bij zijn familie en jaren later gebruikt hij chemische wapens tegen zijn eigen bevolking.
Bij het lezen van dat artikel dacht ik: stel dat je getrouwd bent met iemand die in een vergelijkbare situatie terecht komt. Iemand die je denkt te kennen, maar bereid blijkt jullie hele leven te veranderen als zijn familie eist dat hij terugkomt en de macht overneemt. Dat roept interessante vragen op over hoe goed we de mensen kennen van wie we houden. Want wie is de ‘echte’ Assad, de oogarts in Londen of de wrede dictator? Of huizen we allemaal meerdere versies van onszelf en bepalen de omstandigheden wat er naar buiten komt? Als dat zo is, dan zijn onze identiteit en persoonlijkheid veel meer fluïde dan we aan onszelf toegeven. En dan weten we nooit helemaal met wie we getrouwd zijn, tot het gezin onder extreme druk komt te staan.

 

Verliep het schrijfproces soepel en hoe lang heb je eraan gewerkt?
Ik heb drie jaar gewerkt aan dit boek. De grootste uitdaging was het land waar het zich afspeelt: Kazichië. Ik wilde een fictief land bedenken, omdat ik op die manier het plot kon laten ontvouwen zoals ik het voor me zag, zonder de geschiedenis zo te veranderen dat ik lezers zou verliezen. Maar ik wilde wel dat Kazichië zo geloofwaardig overkomt op de lezer, dat mensen twijfelen of het echt bestaat. Of beter nog: er onbewust vanuit gaan dat het bestaat. Om dat te bereiken heb ik kaarten getekend, culturen bedacht, politieke instituten ontworpen en een hele geschiedenis geschreven. Toen ik begon met het manuscript was het vooral zaak om niet te veel van dat voorwerk daadwerkelijk te gebruiken. Althans, niet in de zin dat ik al die achtergrond opschreef. Een goed boek draait om een meeslepend plot en interessante karakters. Ik wil de lezer meeslepen. Maar ik denk wel dat al dat voorwerk ervoor heeft gezorgd dat ik op een manier over Kazichië kon schrijven alsof het een echt land is. Ik denk dat lezers tijdens het lezen onbewust voelen dat het een plek is waarin over ieder detail is nagedacht.